Intens kijken

image/svg+xml

Use

Deze eenvoudige oefening nodigt ons uit om veel langer dan gewoonlijk naar iets te kijken. Daarbij komen op een onvrijwillige manier beelden, verhalen, herinneringen en associaties naar boven. De oefening doorbreekt het ritme en rekt onze ervaring van tijd uit. Ze creëert desoriënterende sensaties die de geest openen en onze manier van kijken of denken over dingen doen verschuiven. Als je klaar bent, ben je er zelfs niet meer zo zeker van dat je je werkelijk in het heden bevindt.

De oefening kan nuttig zijn om ons te verbinden met de huidige realiteit om ons heen. Ze kan ook gebruikt worden om nieuwe werelden of toekomstscenario's te ontwikkelen.

Als je een sessie intens kijken begint met een specifiek toekomstscenario in gedachten, zul je merken dat de kijkervaring de ontwikkeling van je scenario op onverwachte manieren inspireert: je ziet dingen, ideeën en mogelijkheden die je niet eerder zag.

Protocol

Kies een open ruimte die omringd is door objecten, planten of gebouwen. Sta stil op de plek die je het leukst vindt. Begin langzaam rond te draaien terwijl je met je ogen 'scant' wat je voor je ziet. Als je je uitgenodigd voelt door een object of een specifieke plek, loop er dan naartoe. Zet de timer op 10 minuten en begin intens naar je onderwerp te kijken, alsof je in iemands ogen kijkt. Als je je verloren voelt, kun je je voorstellen dat je je onderwerp vragen stelt en naar de antwoorden luistert. Sluit na 10 min. je ogen en probeer je ervaring te traceren door een tekening te maken, zonder te kijken. Als alternatief kan je ook woorden noteren die het best je gevoelens, emoties en gedachten tijdens de oefening beschrijven. Geef je ervaring een titel.

Deze oefening gaat goed samen met Een object herdopen (p. ).

Testimonies

Op dit vlakke stuk asfalt trok een kleine gele glasscherf op de grond mijn aandacht. Ik moest op mijn knieën gaan zitten om ze van naderbij te bekijken. Na de reis van de voorbije dagen was mijn lichaam moe en de positie van waaruit ik het object observeerde was niet bepaald comfortabel. Ik begon te trillen. Mijn zicht werd wazig omdat ik me niet kon concentreren op zoiets kleins. Ik moest uitzoomen en zag dat er rond het gele glas kleine steentjes en zand lagen – alles samen een eigenaardige vorm. Een schip? Een gebouw? Een bunker? Ik kon het niet zeggen. Ik zag een vreemde bijeenkomst in het hoofdkwartier van de structuur, met in het midden mijn gele glazen vriend. Onderaan waren er uitbreidingen van het gebouw voor het ondersteunend team van deze bijeenkomst. Helaas werd dit eigenaardige evenement verstoord door de wind en de meeste deelnemers verspreidden zich over het asfalt. Het gele glas bleef alleen achter. Terwijl ik ernaar keek, bleef ik maar denken aan mijn verlangen om die transparante steentjes te likken. Ik ben erzeker van dat ze zout smaakten.

Rasa A.

Einde zomer, oranje strijklicht. Ik ontdek een stapel stenen op de top van een gedeeltelijk ingestorte duin, die mijn koers zal bepalen. Ik stap op dit punt toe om de hoop stenen te ontmoeten. Het rechte pad is minder makkelijk begaanbaar dan op 't eerste gezicht. Het terrein is ongelijk en moerassig. In mijn poging de regel niet te overtreden en mijn ogen niet van mijn rotsachtige massa af te wenden, val ik verschillende keren. Tegelijkertijd komen bekende archetypische beelden in me op van de toekomst die de plek me voorstelt, of waartoe ze me inspireert: ruïnes, begraven onder weelderige begroeiing. Zij die overbleven moeten in, of met, het bos leven… Terwijl ik mijn steenhoop en mijn afbrokkelende duin nader, bereid ik me voor op een teleurstelling. Kasteelruïnes, oude bronnen of sporen van een vervallen huis zal ik er niet terugvinden. Misschien wel wat scherven van tegels, stukjes leven of een paar stenen.

Maar als ik voor mijn stapel kom te staan, ben ik echt aangegrepen en verrast. Een heel grote, platte, dikke steen, net een stuk omgedraaid bitumen, werd zorgvuldig op twee grijze stenen in 'eend'-patroon geplaatst. Ik moet meteen aan een graf denken, maar het is niet treurig. Het is een verrassing. Onderaan de duin lijkt een lange stengel rode klimop door kinderen als springtouw te zijn gebruikt. Ik denk aan mijn twee dochtertjes die hier misschien graag zouden spelen. Ik blijf het gebied rond mijn cluster verkennen. Ik vind twee aanwijzingen die me een ander verhaal vertellen, of die me op een nog persoonlijkere manier verbinden met deze archetypische toekomst die zich als visie aandient in dit Letse landschap.

Onderaan de duin, een ander stuk bitumen, dat als een stele in de grond lijkt te zijn geprojecteerd of geplant. Bovenop, gespoten in een anijsgroen dat past bij de textuur van het ruwe terrazobitumen, staat een A, zoals de A van mijn naam. Dit is mijn graf en deze begraafplaats, of de toekomstige of parallelle begraafplaats, had door mijn vrienden gebouwd kunnen worden, toen ik 17 was en mijn huis moest verlaten. Toen ik 17 was, luisterden we naar Sonic Youth en Nirvana en verfden we onze schoenen, terwijl we rondhingen in de duinen van Dunkerque. Opgetogen over deze visie van tieners die begraafplaatsen uitvinden te midden van een machtige natuur, sluit ik me terug aan bij de collega's van vandaag. Ik stoot op nog meer vreemde paddenstoelen, geflankeerd door de ingestorte duinen. Ze zijn groengrijs, opalinekleurig, en zien eruit als harde sla in cement. Ongetwijfeld een nieuw organisme. In de verte, op het asfalt, zie ik Rasa aandachtig naar de grond staren en dan hoor ik haar fluiten. Ik keer me om.

Anna Cz.

Ik heb tien minuten lang naar een magere gele plant zitten kijken. Eerst heb ik de plant alleen als plant bekeken. Het viel me op dat hij even groot was als ik. Toen kwam ik dichterbij en zag ik een insect, een bij. En dan nog een insect, bovenop de plant. Een grote mestkever. Toen zag ik dat er zowaar ook een slak zat. En nog een andere kever, twee kevers. Alle insecten stootten tegen de plant. Ik bekeek dat stoten nauwkeuriger en probeerde me voor te stellen dat de bloem door iets of iemand zou worden opgegeten – probeerde me in dat gevoel in te leven. Dat gevoel van langs buiten opgegeten te worden. Er verscheen een metafoor over hoe we ons door andere mensen of gewoon door het leven 'opgegeten' kunnen voelen, wat energie of emoties betreft. Ik vroeg de plant fluisterend: “Is het leuk om zo te worden opgegeten?” Maar deze metafoor maakte al snel plaats voor een andere gedachte, namelijk dat de bloem misschien vooral plezier beleefde aan dat aangestoten worden. Zonder het te beseffen, keken mijn ogen nu naar een heel klein knopje van de plant. En nog steeds zonder het te beseffen, raakte mijn hele lichaam opgewonden, ja seksueel opgewonden. Ik schakelde onmiddelijk over op een zeer rationele gedachte. Ik keek naar mezelf, met een blik van buitenaf, en voelde me een beetje belachelijk. Ik dacht aan mijn vriend G. die een 'ecoseks'-oefening deed met een struikje, en mijn vriend P. die organismes probeert te krijgen terwijl hij naar bloemen kijkt. Toen besloot ik dat dit verlangen naar 'deze situatie' prima was en liet ik het erbij. Ik kreeg een vreemd gevoel van verzoening. Genietend van dit moment, niet langer tobbend over waar ik was, waarom, hoe, wanneer… wachtte ik op het eindsignaal van de timer.

Mathilde M.

Credits

Rasa A. introduceerde dit spel tijdens een residentie van Futurology of Cooperation in Jurmala, Litouwen in september 2021.